Een krab heeft tien poten, of beter gezegd, tien pootjes.
Dit in tegenstelling tot de acht poten die spinnen en andere spinachtigen hebben. Krabben behoren tot de orde tienpotigen (Decapoda), wat duidelijk aangeeft dat ze tien poten hebben.
De tien poten van een krab zijn verdeeld in twee paar scharen en vier paar looppoten. De scharen zijn de grootste en sterkste poten en worden gebruikt voor verdediging, het vangen van prooi en het verscheuren van voedsel. De looppoten worden gebruikt voor voortbeweging, klimmen en het vasthouden van voorwerpen.
Naast de tien zichtbare poten heeft een krab ook nog een aantal kleine pootjes aan de buikzijde van het lichaam. Deze pootjes worden gebruikt voor de voortplanting en het schoonhouden van het lichaam.