De zevenarmige joodse kandelaar, ook wel bekend als de Menorah, is een belangrijk symbool binnen het jodendom. De Menorah heeft een lange geschiedenis en wordt vaak geassocieerd met het Joodse volk en de staat Israël.
De Menorah heeft zeven armen, die symbool staan voor de zeven dagen van de week of de zeven dagen van de schepping volgens de Bijbel. De kandelaar wordt traditioneel gebruikt tijdens het Joodse feest van Chanoeka, waarbij elke avond een kaars wordt aangestoken om het wonder van de Tempelherinwijding te herdenken.
Naast Chanoeka wordt de Menorah ook gebruikt als symbool van het Joodse volk en de staat Israël. Het is te vinden op het embleem van de staat Israël en wordt vaak gebruikt als decoratief element in synagogen en Joodse huizen.
De zevenarmige kandelaar is een krachtig symbool van het Joodse geloof en de geschiedenis van het Joodse volk. Het herinnert ons aan de tradities en het erfgoed van het Jodendom en blijft een belangrijk onderdeel van de Joodse cultuur en identiteit.