Het Libische volk kwam in 2011 in opstand tegen dictator Muammar Gaddafi. Gaddafi regeerde Libië met harde hand gedurende meer dan 40 jaar, waarbij hij bekend stond om zijn onderdrukking van politieke tegenstanders en schendingen van de mensenrechten.
De opstand tegen Gaddafi begon als onderdeel van de bredere Arabische Lente-beweging, waarbij verschillende landen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika protesten en revoluties zagen tegen autoritaire regimes. De opstand in Libië leidde uiteindelijk tot een burgeroorlog, waarbij Gaddafi werd verdreven en uiteindelijk gedood door rebellen.
De opstand en val van Gaddafi markeerden een keerpunt in de geschiedenis van Libië, maar het land bleef daarna geconfronteerd worden met politieke instabiliteit en geweld. De nasleep van de revolutie heeft geleid tot voortdurende conflicten tussen rivaliserende facties en milities, waardoor Libië een fragiele staat blijft.