De bijnaam voor Aziatische landen met een snelle economische ontwikkeling is de "Aziatische Tijgers". Deze term verwijst naar de vier Aziatische landen die in de tweede helft van de 20e eeuw een indrukwekkende economische groei hebben doorgemaakt: Zuid-Korea, Taiwan, Singapore en Hongkong.
Deze landen hebben zich in korte tijd weten te transformeren van ontwikkelingslanden tot geavanceerde economieën met een hoog inkomen per hoofd van de bevolking. De economische groei van de Aziatische Tijgers werd voornamelijk gedreven door exportgerichte industrialisatie, een sterke focus op onderwijs en innovatie, en een gunstig investeringsklimaat.
De term "Aziatische Tijgers" werd voor het eerst gebruikt in de jaren 80 en 90 om de opkomst van deze landen als economische krachtpatsers te beschrijven. Sindsdien hebben andere Aziatische landen, zoals China en Vietnam, ook een snelle economische ontwikkeling doorgemaakt en worden soms ook wel tot de Aziatische Tijgers gerekend.
De prestaties van de Aziatische Tijgers hebben wereldwijd bewondering geoogst en dienen als inspiratie voor andere ontwikkelingslanden die streven naar economische groei en welvaart. De term blijft dan ook een symbool van hoop en succes voor landen die streven naar een betere toekomst.