De erfelijke informatie van een organisme wordt opgeslagen in de vorm van DNA. DNA, of desoxyribonucleïnezuur, is een molecuul dat bestaat uit twee lange strengen die met elkaar verbonden zijn door basenparen. Deze basenparen vormen de genetische code die alle informatie bevat die nodig is voor de ontwikkeling en werking van een organisme.
Elke cel in ons lichaam bevat een kopie van ons DNA, dat wordt doorgegeven van generatie op generatie. DNA bevat genen, die specifieke instructies bevatten voor het maken van eiwitten. Eiwitten zijn essentieel voor allerlei processen in ons lichaam, zoals groei, herstel en metabolisme.
De structuur van DNA is zeer stabiel en kan zichzelf repliceren, wat betekent dat het kan worden gekopieerd en doorgegeven aan nieuwe cellen tijdens celdeling. Mutaties in het DNA kunnen leiden tot veranderingen in de genetische code, wat kan resulteren in genetische variaties en evolutie.
Kortom, erfelijke informatie wordt opgeslagen in het DNA van een organisme, dat fungeert als de blauwdruk voor alle biologische processen die plaatsvinden in het lichaam.