De mens heeft twaalf paar ribben, wat neerkomt op in totaal 24 ribben. Deze ribben vormen samen met het borstbeen en de wervelkolom de borstkas. De ribben beschermen de organen in de borstkas, zoals het hart en de longen.
De ribben zijn lange, gebogen botten die aan de achterzijde van de wervelkolom vastzitten en aan de voorkant verbonden zijn met het borstbeen. De bovenste zeven paar ribben worden ook wel de ware ribben genoemd, omdat ze direct aan het borstbeen vastzitten. De onderste vijf paar ribben worden de valse ribben genoemd, omdat ze indirect via kraakbeen aan het borstbeen verbonden zijn. Het laatste paar ribben, de zwevende ribben, zit alleen aan de wervelkolom vast en heeft geen verbinding met het borstbeen.
De ribben zijn essentieel voor de ademhaling, omdat ze meebewegen bij het in- en uitademen. Daarnaast bieden ze bescherming aan de organen in de borstkas bij bijvoorbeeld een val of stoot.