De Hoge Raad heeft op 6 juni 2024 inderdaad geoordeeld dat de heffing van belasting in box 3 (inkomen uit sparen en beleggen) op basis van forfaitair rendement in strijd is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Dit betekent dat de Belastingdienst alleen belasting mag heffen over het werkelijke rendement dat een belastingplichtige op zijn vermogen heeft behaald, mits dit rendement hoger is dan het forfaitaire rendement.
De Hoge Raad heeft dit geoordeeld in twee arresten:
In deze arresten oordeelt de Hoge Raad dat het forfaitaire rendementssysteem oneerlijk is voor belastingplichtigen die minder rendement behalen dan het forfaitaire rendement. Dit komt doordat deze belastingplichtigen belasting moeten betalen over inkomen dat ze niet hebben behaald.
De Hoge Raad heeft bepaald dat de Nederlandse Staat het forfaitaire rendementssysteem moet aanpassen, zodat het in overeenstemming is met het EVRM. De Belastingdienst heeft de tijd tot 1 januari 2025 om het systeem aan te passen.
Wat de gevolgen van de uitspraken van de Hoge Raad precies zijn, is nog onduidelijk. De Belastingdienst is nog aan het studeren op de uitspraken en moet nog bepalen hoe het forfaitaire rendementssysteem zal worden aangepast.
Het is wel mogelijk dat belastingplichtigen die in het verleden te veel belasting hebben betaald in box 3, recht hebben op teruggave van belastinggeld.