Stel je voor dat je een oplopende reeks woorden hebt, die eindigen op: den, luik, tand, kant. Nu is de vraag: welke van de volgende woorden zou de volgende kunnen zijn in deze reeks: - alle, menig, tal, vele?
Als we kijken naar de eindwoorden van de reeks, dan zien we dat ze allemaal eindigen op een medeklinker gevolgd door een 'n'. Daarom zou het woord 'alle' de volgende logische keuze zijn in deze reeks.