De allereerste auto's reden op stoomkracht, afkomstig van stoommachines. Deze stoommachines werden aangedreven door verbranding van hout, kolen of olie om water te verwarmen en stoom te produceren. De stoom werd vervolgens gebruikt om de zuigers in de motor aan te drijven, waardoor de auto kon rijden.
De eerste auto die op stoomkracht reed, werd uitgevonden in de 18e eeuw door Nicolas-Joseph Cugnot. Deze stoomauto had echter beperkte snelheid en bereik, waardoor het niet praktisch was voor algemeen gebruik. Pas later, in de 19e eeuw, werden stoomauto's verder ontwikkeld en populairder.
Na verloop van tijd werden stoomauto's echter vervangen door auto's die op andere energiebronnen werkten, zoals benzine en elektriciteit. Deze nieuwe energiebronnen waren efficiënter en gemakkelijker te gebruiken dan stoomkracht, waardoor ze de voorkeur kregen bij autofabrikanten en consumenten.
Hoewel stoomauto's niet meer worden gebruikt als primaire vorm van transport, blijft hun rol in de geschiedenis van de auto-industrie belangrijk. Ze waren de eerste voertuigen die aantoonden dat auto's konden worden aangedreven door iets anders dan menselijke of dierlijke spierkracht, en legden zo de basis voor de ontwikkeling van moderne auto's.