De snelste gang van een paard is de galop. De galop is een drietaktgang waarbij het paard afwisselend met zijn linker- en rechterachterbeen tegelijkertijd afzet en vervolgens met zijn voorbenen afzet. Hierdoor ontstaat een zweefmoment waarbij alle vier de benen van het paard los van de grond zijn. De galop is de snelste gang van een paard en wordt vaak gebruikt tijdens races en in de sport.
De galop wordt gekenmerkt door zijn ritmische beweging en krachtige afzet. Het is een natuurlijke gang voor paarden en wordt vaak geassocieerd met snelheid en elegantie. Tijdens een galop kan een paard snelheden bereiken tot wel 60 kilometer per uur, afhankelijk van het ras en de conditie van het dier.
Naast de galop zijn er nog twee andere gangen die paarden kunnen lopen: stap en draf. De stap is een vierhoefsgang waarbij het paard afwisselend met zijn linker- en rechtervoorbeen tegelijkertijd afzet. De draf is een tweehoefsgang waarbij het paard afwisselend met zijn linker- en rechterdiagonaal afzet. Beide gangen zijn langzamer dan de galop, maar worden vaak gebruikt voor langere afstanden en als warming-up voor het paard.
De galop is dus de snelste gang van een paard en wordt vaak gebruikt in de paardensport en tijdens races. Het is een krachtige en elegante beweging die het paard in staat stelt om hoge snelheden te bereiken en indrukwekkende prestaties neer te zetten.