De vis keek verbaasd naar het vreemde voorwerp dat aan zijn neus hing. Het leek op een soort puzzel, met wel veertien letters erop geschreven. Het ventje dat de puzzel had bedacht, keek gespannen toe om te zien of de vis het raadsel kon oplossen.
Met een nieuwsgierige blik begon de vis de letters te bestuderen. Hij probeerde verschillende combinaties te maken en langzaam maar zeker begonnen de letters een woord te vormen. "Wat heb ik nu weer aan mijn neus hangen?" las de vis hardop voor.
Het ventje barstte in lachen uit toen de vis het raadsel had opgelost. Gelukkig had de vis een dikke huid en kon hij wel tegen een grapje. Samen genoten ze van het speelse moment en de bijzondere puzzel die hun vriendschap had versterkt.